van dag tot dag leven 1.0
gericht op de huidige dag leven; leven zonder naar de toekomst te kijken
Algemene voorbeelden
Ik moet ook realistisch blijven. Ik ben bijna een jaar geblesseerd geweest. Het ging zaterdag heel lekker, maar ik kan natuurlijk altijd een terugslag krijgen. Ik leef van dag tot dag.
Volgens haar arts [...] gaat Seles goed vooruit, maar ook hij durfde geen prognoses te maken. "Ik leef voorlopig van dag tot dag, zonder tijdschema", ging de speelster verder.
Zonder verleden of toekomst leven ze van dag tot dag.